Anders dan de naam doet vermoeden, ligt de Sächsische Schweiz niet in Zwitserland maar in Duitsland. Saksisch Zwitserland is de naam voor het Duitse gedeelte van het Elbsandsteingebirge tussen Dresden en de Tsjechische grens. In dit natuurgebied en nationaal park gaan wij onze zomervakantie doorbrengen. Het natuurgebied houdt natuurlijk niet op bij de grens. Over de Tsjechische grens krijgt het beschermde gebied de naam České Švýcarsko (Boheems Zwitserland). In Duitsland wordt dit gebied in 1990 een Nationaal park, Tsjechië volgt in 2000. Het gebied bestaat uit een zandsteengebergte welke is ontstaan in de krijttijd. Oorspronkelijk was dit een zeebodem waarop zand en schelpdieren zich afzetten. Na het dalen van de zeespiegel, ging de 600 meter dikke laag eroderen en wat er over bleef is het rots landschap wat we nu nog kunnen zien.
De voorpret begint als Nando de verblijfplaats heeft geboekt en hij niet verteld waar we naar toe gaan. Na enkele weken vragen, gissen en een hoop gelach van Nando, kom ik er 5 dagen voor vertrek achter waar we naar toe gaan. Als ik uitgevogeld heb waar we heen gaan, sla ik meteen aan het googlen. Vooral de weersvoorspelling vind ik belangrijk omdat ik wel graag wil weten wat voor kleren ik mee moet nemen. We gaan kamperen en Bruc gaat lekker mee.
Als we op woensdagavond de spullen gepakt hebben gaan we op tijd naar bed zodat we donderdag uitgerust aan de reis kunnen beginnen. We moeten zo’n 720 km rijden. We hebben een bagage wagentje bij ons en we kunnen dus niet al te hard rijden en zullen er dan ook wat langer over doen. Maar ik zeg altijd dat de vakantie al begint met de reis.
Het plaatsje waar wij onze tent opzetten heet Schönbach. Een klein dorpje in de gemeente Sebnitz. De camping is kleinschalig met 20 plekken waarvan wij er twee in gebruik nemen. We krijgen een prachtige plek toegewezen recht langs het beekje wat het dorp zijn naam gegeven heeft. ’s-Nachts horen we het water rustig kabbelen.

Na de lange rit, als we de tent hebben opgezet en ingericht lopen we even achter de camping de heuvel op. Even de beentjes strekken en Bruc laten razen. Hij heeft het heel erg goed gedaan onderweg. We duiken op tijd ons nestje in.
Deze vakantie is niet echt een fotoreis, maar de cameraspullen zijn wel mee. De ochtend brengen we door op de camping. Het is erg warm en ik duik nog even in het kleine zwembadje voor de lunch. We hebben besloten om warm te lunchen en een broodmaaltijd mee te nemen. Onze eerste tocht gaat naar Gohrische Stein.

We komen er al gauw achter dat er in dit natuurgebied trappen zijn. Heel veel trappen. Soms uitgehouwen uit steen, andere van hout en weer andere van ijzer. Ook zijn er ladders te vinden. Voor mij gaat de wandeling omhoog moeizaam. Opvliegers en hielspoor gecombineerd met de hoge luchtvochtigheid en warmte zorgen er voor dat ik langzaam vooruit kom. Maar ik kom er wel al is het op mijn tempo. Nando en Bruc staan regelmatig op me te wachten. Ik ben blij om te zien dat ik niet de enige ben die onderweg menigmaal moet uitpuffen. De weg naar de Gohrische Stein leidt ons door prachtige bossen naar een rotspartij met een schitterend uitzicht.



De zon is dan ook al onder als we aan de terugweg beginnen. Soms moet ik mijn zaklampje aandoen.
Deze tocht is niet zo heel ver, maar ik ben toch doodop als we in het donker bij de auto aankomen.
De zaterdag begint niet zo mooi. Het is regenachtig en we doen weer lekker rustig aan. Wat lezen bij de tent en even naar het dorp voor boodschappen. Nadat we warm hebben gegeten en ook de afwas weer opgeruimd is staan we rond de klok van 16uur klaar om de route naar de kleine Winterberg te lopen.

Ook op deze weg komen we weer een hoop trappen tegen. Maar de beloning voor al deze treden is het prachtige uitzicht en de mooie rotspartij.




Boven eten we onze boterhammetjes en de zon is onder als we aan de terugweg beginnen. Zonder het tegen elkaar te zeggen beginnen we het aantal traptreden te tellen. Uiteindelijk komen we beiden uit op 501. Bruc zal het een worst wezen hoeveel het er zijn, maar 1 trap was zo smal dat Nando Bruc een stukje heeft gedragen. Niet alleen Bruc is die avond uitgeput, maar ik ook.
Op zondag ben ik al weer vroeg mijn bedje uit. Het is geen straf, want het is lekker buiten. Terwijl de wereld wakker word zit ik al met een bakkie thee en een goed boek in het zonnetje.

Het bevalt ons goed om het middageten rond de klok van één uur te nuttigen. En ook vandaag doen we dat. We maken plannen om de Bastei te bezichtigen. De toeristische trekpleister van het gebied. En dat kunnen we wel merken ook. We parkeren de auto op een enorm parkeerterrein. Er gaan zelfs pendelbussen naar de locatie zelf. Maar wij gaan lopen. Het is prachtig weer.

De Bastei is een rotsformatie op een hoogte van 305 meter met een plateau wat uitkijkt over de Elbe. De houten brug gebouwd in 1824 werd in 1851 vervangen door de huidige brug. De brug verbind de rotspartijen met elkaar.


Op het terras bij het hotel drinken we nog wat voordat we weer terug lopen. Op een wegwijzer bordje staat ook nog de Steinerer Tisch vermeld. We hebben voor deze vakantie niets voorbereid en zijn dus benieuwd wat voor mooie rotsformatie dat dan wel niet is. Eenmaal op de plek aangekomen staat er een stenen tafel met stenen bankjes eromheen. Het bordje erbij verteld dat dit niet is neergezet voor de toerist, maar dat August de Sterke het in 1710 heeft laten plaatsen als rust en eet plek tijdens de jacht als afsluiting van een grensbepaling in het Lohmener Bos. Het valt mij een beetje tegen. De prullenbak met zijn fel blauwe vuilniszak erbij doet ook afbreuk aan het gehele plaatje.

Na deze plek bekeken te hebben wandelen we weer terug naar de parkeerplek. Het is etenstijd en we zoeken een plekje langs de Elbe, waar Bruc even lekker kan spetteren in water.

Als we ons eten ophebben en terug rijden naar de camping pikken we nog een mooie zonsondergang bij Lichtenhain mee.

Maandag hangen we de hele dag zo’n beetje bij en in de tent. Het is niet zo’n mooi weer en we kunnen wel een rustdag gebruiken. Lekker lezen is ook nooit verkeerd. Na het avondeten besluiten we toch nog te gaan kijken of we niet een mooie zonsondergang kunnen meepikken. Het weer is opgeklaard en het word zelfs even helder. We willen een uitzicht op slot Hohenstein fotograferen, maar al snel komen we tot de conclusie dat het pad wat we bewandelen er niet echt geschikt voor is. We draaien om en rijden verder om een mooi plekje te vinden. Boven een heuvel komt de maan prachtig op. Enkele koeien lopen door het beeld. Even tijd om de auto langs de weg te zetten dus.

Op nog een ander plekje fotograferen we nog een mooie zonsondergang.

Net als de vorige dagen genieten we in alle rust van de ochtend op de camping. Via een blog van iemand vind ik een locatie die me wel erg leuk lijkt. De Carolafelsen. De foto’s die ik daarvan zie spreken me enorm aan en via google maps vinden we de locatie. We besluiten hier in de middag naartoe te gaan. Bepakt met camera, eten en drinken gaan we op pad naar deze locatie.
Over bospaadjes en trapjes komen we bij een rotsformatie met een prachtig uitzicht.


We denken dat we ons doel bereikt hebben. We eten hier en brengen wat tijd op deze rots door.

Het is nog redelijk vroeg en we besluiten nog wat verder te lopen. Het is maar goed dat we dat doen, want dan komen we pas echt op de plek waar we zijn wilden.

Het uitzicht is hier nog mooier dan de vorige plek.


Omdat het nog een eindje lopen is terug naar de auto wachten we niet tot zonsondergang. Ook deze weg bevat weer veel trappen en met boomwortels overgroeide paden.

We moeten ook nog een eindje met de auto voor we weer terug zijn bij de camping. We hebben vandaag zo’n 11 kilometer gelopen.
Het is al weer woensdagmiddag als we op zoek gaan naar de Lichtenhainer wasserfalle. In het Kirnitzsch Tal. Weer zo’n toeristische plek. We moeten een stukje lopen als we de auto langs de weg geparkeerd hebben. Ook de tram rijdt hier over deze weg. Langs de weg loopt het riviertje de Kirnitzsch. We zien een waterspreeuwtje. Wanneer deze even lekker een badje neemt in de rivier kan ik mooi wat foto’s maken.


Als we bij de waterval komen ben ik eigenlijk wel teleurgesteld. Tussen twee panden is er een waterval. Er komt maar weinig water naar beneden. We zijn echter niet voor niks gekomen en ik ga toch maar een lange sluitertijden foto maken. Ineens klinkt er een deuntje en word er een sluis opengezet en stroomt het water enkele seconden met een enorme kracht naar beneden. Als ik me omdraai is het terras leeggestroomd en staan er achter me een hoop mensen met mobiel, camera en tablet om foto’s te maken. Waarschijnlijk hebben zij wel het bordje gelezen dat er elk half uur een sluisje wordt open gezet.




Het terras bij de waterval is ook al zo’n teleurstelling. Vol met afval, halve glazen drinken, volle asbakken en een hoop wespen. We besluiten dan ook vlug om een andere plek op te zoeken.
De volgende plek waar we stoppen is Kurort Rathen. Dit is wel een toeristische plek. Het is er niet heel erg druk. Veel mensen zijn met het voetveer naar de overkant van de Elbe. Hier is ook een toegang naar de Bastei.

Op een pleintje met in de midden een beeld van een accordeonspeler gaan we zitten om even heerlijk in het zonnetje onze boterhammetjes op te eten. Tot mijn verbazing begint er muziek te spelen. Ik vind het prachtig en blijf dan ook nog een ronde zitten om het muziekstuk opnieuw te horen. Na nog wat bij het water met Bruc gespeeld te hebben gaan we weer terug naar de camping.



Het is al weer donderdagmiddag als we de auto parkeren op een parkeerplaats aan de voet van de Pfaffenstein. Na een rustige ochtend op de camping gaan we vanmiddag op zoek naar de Barberine. Een 42meter hoge rotspunt bij Paffendorf. Zoals vele rotsen een naam hebben gekregen, hoort bij de Barberine ook een legende. Een meisje Barbera moet op zondag van haar moeder naar de kerk in Pfaffendorf. Als moeder er achter komt dat het meisje niet geweest is maar stiekem bessen is gaan plukken, wenst de moeder dat Barbera veranderd in steen. En dat gebeurd dan ook. Een waarschuwing voor stoute kinderen dus.
We wandelen door kloven, via trappen en een zandpad omhoog.




Voordat we bij het punt komen waar we naartoe willen drinken we iets bij het restaurant boven op de berg. Het uitzicht vanaf deze berg is weer erg mooi. We hebben mooi weer en kunnen ver weg kijken.








Als we moe weer beneden komen gaan we lekker eten in het restaurant onder aan de berg. Een heerlijke maaltijd gaat er na deze inspanning wel in. Bruc word nog verwend met een lekker kauwstaaf en een flinke bak water. Onderweg terug naar de camping stoppen we nog een enkele keer om toch nog een keer die ene berg op de foto te zetten.

De Lilienstein. Deze is erg prominent in het landschap aanwezig en op de planning van morgen staat een bezoek aan deze heuvel.

Zoals verwacht heeft ook de Lilienstein een enorm aantal trappen.



Deze tafelberg is 415 meter hoog. Door deze trappen stijg je wel snel een aantal meters, maar het is voor mij ook erg vermoeiend. Je kunt als het ware een ronde lopen. Er zijn diverse uitkijkpunten. Borden waarschuwen je dat je op de paden moet blijven omdat door erosie de rotsen aan de rand af kunnen breken. Dom dat sommige mensen dan toch nog over een hekje moeten klimmen om toch nog dichter op de rand te kunnen staan. Vanaf boven zien we plekken waar we eerder deze week zijn geweest.



Als we boven zijn kan ik wel even een rustmomentje gebruiken. Op het terras drinken we dan ook iets voordat we verder van het uitzicht gaan genieten. Vandaag denk ik eens niet aan mijn dieet en neem er een lekker stuk taart bij. Bruc is na al deze dagen lopen ook best wel moe en doet dan ook even een dutje bij het terras.




Deze vrijdag waarbij we prachtig weer hadden sluiten we af in een restaurant. Morgen moeten we op tijd op. Het is weer tijd om onze spullen in te pakken en naar huis te gaan.
We kunnen terugkijken op een heerlijke vakantie die eigenlijk stiekem toch ook een beetje een fotoreis is geworden.
Andere foto’s van deze reis kun je vinden op mijn flickr site. https://www.flickr.com/photos/hetwie-p/albums/72157710256335416
Wat ’n schitterende omgeving daar en wat weer ’n leuk verhaal Hetwie. Opvallend vind ik dat de rotspartijen in die omgeving zo mooi zijn gepolijst. Anders dan in de Alpen waar deze veel ruiger zijn. Jullie hebben weer genoten met mooie foto’s. Dank voor je leuke verhaaltje.
m.